WiFi 7

Hoe kleine maar slimme antennes het verschil kunnen maken voor WiFi-kwaliteit

Antennes zijn een van de belangrijkste onderdelen van een WiFi-toegangspunt. Ze bepalen de sterkte en het bereik van een signaal en vervolgens hoe gemakkelijk het is om verbinding te maken met WiFi binnen het theoretische dekkingsgebied.

Access points (AP's) worden geleverd met een van de drie soorten antennes. Statische' antennes zijn ontworpen om in één richting te wijzen voor een groot bereik. Dit is typisch wat je krijgt op eenvoudige toegangspunten voor gebruik in huis of kleine kantoren.

Het tweede type is de 'dual optimised' antenne; deze wijzen in twee richtingen en worden meestal gebruikt in apparaten die zijn ontworpen om aan een muur of plafond te worden bevestigd. Het idee is dat ze zowel naar buiten als naar beneden dekking kunnen bieden.

Het derde type zijn 'slimme' antennes en, zoals de naam al doet vermoeden, zijn ze ontworpen om dekking te bieden waar dat het meest nodig is en om signalen aan te passen aan de omgevingsomstandigheden. AP's met slimme antennes kunnen zowat overal geplaatst worden en bieden een goede dekking in alle richtingen. Bovendien - en dit is het echt slimme gedeelte - passen ze de signaalsterkte, bandbreedte en zelfs de specifieke antenne die wordt gebruikt aan (sommige AP's hebben wel vier of zelfs acht ingebouwde antennes) om de best mogelijke prestaties en kwaliteit te leveren.

Op locaties waar veel kans is op interferentie en dingen die radiosignalen in de weg kunnen zitten - magazijnen en werkplaatsen zijn goede voorbeelden - heb je echt een AP nodig met slimme antennetechnologieën. Ze maken ook een groot verschil in omgevingen met een hoge dichtheid, waar er vrij veel gebruikers zijn in een relatief klein gebied.

Meer informatie
Label